Duke de poortwachter
Er klinken hele rare geluiden bij de houten poortdeur: 'boink, klop, pok, pok'. Duke luistert aandachtig, want hij wil weten waar de geluiden vandaan komen. Hij zit onder het afdakje op twee meter van de poortdeur. Opnieuw klinken dezelfde geluiden, gevolgd door het gekraak van hout. 'Dat is vreemd', denkt hij en hij sluipt naar de poortdeur, want hij is nieuwsgierig geworden. Hij vangt een zweem van transpiratie op, vermengd met een zware aftershave die hij niet kent. Nog meer gekraak en Duke kijkt toe hoe de deur opengaat. Hij ziet een man staan. 'Hé, jou ken ik niet', zegt hij woordeloos en loopt de poort in. 'Wat vreemd, ik zie niemand meer', zucht hij en hij kijkt om zich heen. Onder zijn pootjes voelt hij steentjes en hij kijkt om zich heen. Muren van baksteen. In de verte ziet hij auto's voorbij rijden. Wandelaars genieten van de voorjaarszon en hij sluit zijn ogen. Dan hoort hij weer een hoop lawaai en hij opent zijn ogen. De deur, waar hij net door naar buiten is gelopen, is dichtgeslagen. Een flinke windvlaag heeft de deur in het slot gesmeten. 'Wat moet ik nu doen?', denkt hij, 'misschien gaat hij weer open als ik blijf kijken' en hij tuurt en kijkt en hij wacht af, maar de deur blijft dicht. 'Zou Puck in de gaten hebben dat ik niet meer in de tuin zit', peinst hij en schuift met zijn voorpoot over de steentjes. Minuten gaan voorbij. De zon verdwijnt achter dikke wolken en het wordt koud. 'Ik moet hier blijven zitten', mompelt Duke en hij kijkt naar een zwart kiezelsteentje dat op de betonnen tegel ligt. 'Weet je wat, ik ga mauwen' en hij voegt de daad bij het woord. 'Mauw, mauuuuuuuuw'. Hij luistert hoe zijn stemgeluid wordt versterkt door de stenen muren. Geen reactie. De deur blijft dicht.
Niemand heeft niet in de gaten dat Duke in de poort zit. De enige blikopener die thuis is, zit in de werkkamer te vergaderen. Hij hoort kabaal in de poort en denkt aan de buurvrouw. Als zij in de tuin aan het werk is, vallen er vaker deuren in het slot, vooral als een windvlaag door de poort wervelt. Minuten gaan voorbij, de vergadering is afgelopen en blikopener loopt naar beneden. Het is lunchtijd en zijn maag moet gevuld worden met boterhammen. Hij loopt de bijkeuken in, pakt brood, draait zich om en staat stil. Hij hoort een klagelijk gemauw. Hij ziet niks in de bijkeuken. Hij wandelt de tuin in en kijkt onder de bekende struiken waar de katten zich graag verstoppen. Niets. Het mauwen blijft doorgaan, maar er is geen kat te zien. 'Misschien zit de buurtkat in de poort', denkt de blikopener en opent de poortdeur. Verdorde droge blaadjes dwarrelen naar binnen maar ook een kat. 'Hè, hè, daar ben je dan', mauwt Duke, 'ik heb echt heel lang moeten wachten hoor'. De blikopener kijkt verbaasd toe hoe Duke een sprintje trekt en door de keuken naar de woonkamer rent.
Wat is er nu allemaal gebeurd? De poortdeur sluiten we met een schuif. Blijkbaar is iemand de poort ingelopen, en heeft aan de deur heeft gerammeld. Nou ja, de deur is met fors geweld open gemaakt en daar stond Duke toe te kijken. Negen kilo kat. Dat is best indrukwekkend. Zeker als deze grote kat naar je toe loopt met pupillen groot van schrik. De inbreker koos gelukkig eieren voor zijn geld en is weggelopen. Sindsdien is de poortdeur voorzien van extra sloten.
Duke heeft overigens nazorg gekregen. Hij is eerst bij Puck gaan liggen en heeft haar verteld wat er allemaal gebeurd is. Ze heeft zijn oren gewassen en hem troostend toegesproken. Daarna is hij op schoot gaan zitten, net wat langer dan gewoon.
Duke loopt nog steeds de tuin in en hij loopt nog steeds onder het afdakje naar de keukendeur. Heel soms zien we hem bij de poortdeur zitten en dan heeft hij een triomfantelijke blik in zijn ogen. Hij is Duke de poortwachter en die taak neemt hij heel serieus.

Reacties
Een reactie posten